maandag 9 april 2007

De harde Afrikaanse realiteit?

Laatst werd ik door Matias op de vingers getikt: “Ma, het is tijd voor een volgende tekst!”. Het is waar, het is al lang geleden, foei! Dus:

Dag allemaal,

De laatste keer dat je iets van mij hoorde was nog in 2006, en nu zijn we al einde maart! Natuurlijk kan ik als excuus aanhalen dat ik één maand lang thuis geweest ben, en daarvoor heb ik een reis gemaakt in Mali met mijn zusje, “ma copie comforme”, maar goed, dit hoef je niet als reden te nemen want het lijkt voor mij ook al zo ver weg.

Als reisleidster mag ik zeggen dat de reis heel geslaagd was, zeker interessant door al die nieuwe indrukken en culturen die we als Europese toerist niet altijd konden plaatsen in ons eigen gemakkelijk wereldje. Vooral de armoede in de Sahel is voor velen van de groep zeer confronterend en schokkend geweest. Ook de natuur verbaasde ons: op de Niger stak er een onverwachte snijdende wind op, zo hevig dat er voor de schipper geen andere keuze was dan ‘s nacht verder te varen anders hadden we Tombouctou nooit op tijd gehaald.

Dat is echt Afrika, midden in de woestijn zitten en nergens een auto, noch taxi, zoals er enkelen opperden, noch bus te vinden die ons naar ons eindbestemming kon brengen ... Er zat niets anders op dan doorbijten in die koude!

Een stevig en getrouw reisverslag is op het internet te vinden, een prestatie van Lieve die prompt overal en in alle omstandigheden haar notaboek wist boven te halen, als dat geen journalistiek is!

Ik vraag me anders toch wel af waarom ik niet meer zo gemakkelijk achter het scherm ga zitten om te schrijven. Het leven in die armoede lijkt me voor velen steeds meer en meer hopeloos en stigmatiserend, het merkt je, in de zin van, het voorziet je van een merk: ik ben arm en daar is niets meer aan te doen. Kan ik dan positieve berichten doorgeven?

Daarnaast kom ik er ook meer en meer achter dat iedereen die in die armoede leeft een eigen strategie kent om te overleven, daarom niet altijd de juiste. Vandaar dat ik voorzichtig geworden ben, meer argwaan en minder naïef. Ik heb reeds verteld dat ze er alles voor over hebben om aan geld te geraken, de ene liegt dat het klettert, de ander laat 2 maal een dossier indienen voor een financiering van hetzelfde maar anders beschreven, weer anderen geraken aan meer geld dankzij godsdienstige gebruiken, of halen wat meer binnen door omstandigheden in werksituatie. Vindingrijkheid troef!

Of, zoals Souleman, jong en energiek, die zijn fortuin in de goudputten gaat zoeken, op de grens met Mali, goed weet dat hij de dood uitdaagt maar het toch riskeert. Jammer genoeg is hij niet teruggekeerd. Dit droevig bericht kwam deze week als een donderslag voor velen onder ons, ook voor mij, want hij was een aangenaam, verstandig en eerlijk persoon, een leiderstype, beloftevol in zijn groep. Donderdag ben ik naar de begrafenis geweest, hij was moslim. Geen enkele vrouw woont de ceremonie bij, de vrouwen zitten in de hutten en ontvangen de andere vrouwen van het dorp die komen groeten. In de eerste hut zaten allemaal oude vrouwen die de rouwbetuigingen in ontvangst namen. Ik vermoedde dat er één daarvan zijn moeder was, neen, zij zat in een andere hut waar er bijna niet binnen gegaan werd om te groeten, alsof het onbelangrijk was. Raar, kunnen die vrouwen het verdriet van de echte moeder van Souleman vertegenwoordigen? Zijn echte vader, die zwaar ziek is, was ook niet te zien, wel “les vieux” en een hoop mannen van het dorp die op een open plek naar een Imam aan het luisteren waren. Terwijl ik van hut naar hut ging bekogelde ik een vrouw uit de familie van Souleman met vragen, waar zijn zijn kinderen, zijn vrouw, zijn moeder?
Ik vernam dat hij 7 kinderen en 2 vrouwen had. Hij was nog zo jong! Hij heeft zelf 5 eigen kinderen van 2 vrouwen, waarvan de eerste vertrokken is, en daar bovenop heeft hij de vrouw met 2 kinderen van zijn overleden broer bijgenomen. Tijdens de ceremonie is het de gewoonte dat de bezoekers geld geven aan de oude mannen, een bijdrage voor de begrafenis en, zoals de Islam het wel voorschrijft, voor diegenen die hij achter laat. Maar daar wordt wel eens anders mee om gegaan, had Alain, mijn buurman, me op voorhand gelukkig verwittigd: de oude mannen verdelen het geld onder elkaar en de Imams die de gebeden komen zeggen. Toen de bijdragen aan de ouderen gegeven werden, heb ik geweigerd en gevraagd de vrouwen en de kinderen te mogen zien om het geld - waarvan ze verwachten dat het een belangrijke som zou zijn, want als blanke kan je een klein bedrag niet veroorloven - in de handen van de vrouwen te geven en niet in die van de oude mannen. Daarvoor moest ik terug naar de eerste hut, waar ik wel 2 gedaantes opgemerkt had, roerloos, met hun rug naar de anderen gekeerd en volledig gesluierd. Zij waren de vrouwen van Souleman, 2 hoopjes miserie, waarvan één een zeer jonge vrouw.

De kinderen liepen onopvallend tussen een hele bende vuile en spelende kinderen. Ik merkte wel dat ik onder de ouderen voor enige opschudding gezorgd heb, maar het was de enige manier om mijn bijdrage op de juiste plaats te krijgen.

Zo zijn ze hier, ze zeggen ja als het neen is, ze laten je dingen doen waarvan ze weten dat het fout is. Zo weet ik nu dat, als je medicamenten hier aan het dispensarium geeft, bedoeld voor de armsten, ze verkocht worden om het geld in eigen zak te steken, dat naast het dossier dat je zelf indient aan een Franse organisatie, een tweede dossier binnenkomt, voor hetzelfde doel maar met andere woorden. En zo voort, en zo voort ...

Ik doe het werk heel graag maar het is moeilijk om optimistisch te blijven, ik weet dat ik niet meer ben zoals in het begin, dat ik meer eisen stel, meer controleer, en misschien niet meer zo gemakkelijk ben dan vroeger.

Direct na mijn aankomst had ik een seminarie gepland in Gourcy. Omdat de mensen van de groep weinig associatief gevoel hebben en nog ver af staan van een solidaire economie, hebben we daar gedurende 1 week rond gewerkt. De opkomst was groot, zelfs de mannen daagden op, er werd actief meegewerkt en op bepaalde momenten werd er zwaar gediscuteerd. Het was goed, iedereen was opgetogen, al heb ik veel moeten missen omdat er bijna hoofdzakelijk Moré gesproken werd. Vanzelfsprekend werden de gratis maaltijden en koffiepauzes enorm geapprecieerd.

De vrouwen van de savonnerie hebben het werk hervat, maar het is niet zoals vroeger, zij zijn hun cliënteel kwijt en hebben totaal geen werkhouding meer. De verantwoordelijke breit en de anderen liggen te wachten tot er een iemand zeep komt kopen. Daardoor komt de verkoop niet goed op gang en hebben we reeds gedreigd binnenkort de deuren te sluiten. De problemen in de savonnerie zijn onder andere ook te wijten aan de slechte economie in Burkina, bijna een hopeloze toestand waardoor de mensen gevangen blijven in hun armoede. De prijzen van de basisgrondstoffen verhogen wel maar het geld ontbreekt bij de bevolking om een behoorlijke prijs te kunnen betalen. Daardoor zijn we verplicht de prijs van de zeep te behouden ook al stijgen de prijzen van de basisgrondstoffen. Maar hoe los je dit op? Of door zeer veel te verkopen zodat de winst een beetje belangrijk wordt of door radicaal te stoppen met de productie van zeep. Maar de dames van de zeepfabricatie kunnen eigenlijk niet stoppen want ze dragen schulden mee van 3000000 CFA (2500€), schulden aan een bank voor microkrediet en aan kleine leveranciers. Tot voor kort zijn ze nog een grote som gaan bedelen bij de President van de Naamgroepen, Bernard Ledia, die het ook weer op krediet gegeven heeft.

Ik heb de indruk dat er minder en minder geld is, de winkel doet het niet goed deze maand. Het is te warm, dus zien we geen toeristen. De handelaars kopen zeep in met halve dozen, tegen mijn zin, maar ze kunnen een hele doos niet betalen. Meer en meer kleine kinderen worden gedwongen met een schotel op het hoofd allerlei waar te verkopen op straat en zelfs binnen op de koer ... En de bedelaars zijn in Gourcy niet te tellen! Zelfs meisjes van nog geen 14 jaar moeten hele dagen gaan werken in een huishouden voor slechts 2500 CFA per maand (2,5€)! Ik kon mijn oren niet geloven, voor 3 stukken mars per maand!

Vandaag stopte een meer dan afgedankte bus voor de winkel met vluchtelingen uit Ivoorkust. Ik heb nu al veel gezien maar dit waren toch weer typische Afrikaanse beelden, de bus zat afgeladen vol, met hebben en houwen op het dak en zelfs de enkele treden om in- en uit te stappen, lagen vol met pakken. Wie weet hoe lang ze al onderweg waren, zonder behoorlijk eten en drinken, want zo zagen ze er toch een beetje uit.

Enkele dagen geleden was er een groot feest van de Islam, de verjaardag van de Profeet werd gevierd in een dorp niet ver van Ouahigouya, waar een hele rijke sjeik woont. Alle vervoer kwam door Gourcy, onophoudelijk, grote 10 tonners afgeladen vol met mensen, bussen die het nog wagen te rijden, zonder ramen - zelfs deuren staken er niet meer in - dikwijls ook zonder remmen, je houdt het niet voor mogelijk wat er allemaal voorbij gekomen is. Eerlijk gezegd was ik blij dat ik uit Gourcy vertrok want ik voelde me niet erg op mijn gemak in dat onveilig verkeer.

Ik heb de bus in de andere richting genomen voor het afscheidsfeestje van Lavuun, Cornelia en Ilia in Ouagadougou, aan een groot zwembad en met lekker eten! Het was gezellig maar wat zal ik ze achteraf missen!

Het is nu heet, overdag en 's avonds meer dan 40°, het is 's middags niet om buiten te komen, ik waag me op dat uur niet op mijn fiets. Vandaag is het overtrokken, dat maken we niet zelden mee, met een dikke mist van stof. Helemaal niet aangenaam!

De Paasvakantie is voorbij, jullie zijn aan het begin van de vakantie, hopelijk met een heerlijk zonnetje!

Terwijl het leven in Gourcy zijn gewone gangetje verder gaat, blijft elke dag voor mij toch vol verrassingen, niet altijd even leuke en aangename maar wel heel leerzame. Gelukkig is er het baby-tje van Pauline en Alain, 4 dagen ouder dan Elientje, die niet in dezelfde omstandigheden moet opgroeien maar veel warmte van haar familie krijgt en zijn er de mensen die hun dankbaarheid tonen in hele kleine dingen, zoals het zoontje van de pottenbakster me op een dag zomaar een cadeautje kwam afgeven.

De mensen hebben het al over mijn vertrek en hopen dat ik nog van gedacht zal veranderen, maar dit keer is het serieus. Einde dit jaar pak ik alles in, al zal het voor me ook niet zo gemakkelijk zijn. Maar zo ver zijn we nog niet!

Tot in een volgende brief!

Vele groetjes!

Lilie