maandag 11 juni 2007

C'est pas facile ...

Dag allemaal,

De hitte in het Noorden wil maar geen plaats maken voor aangenamere temperaturen terwijl er in het Zuiden reeds veel regen gevallen is. Maar niet bij ons, alles is dor, ’s avond’s is er te weinig druk op het water en de keuze van de al karige groenten is nog kleiner – er zijn zelfs geen tomaten meer! De regen is nu het onderwerp van gesprek geworden en hoort bij de nieuwtjes van de dag.

Verder nieuws: Alain, mijn buurman, is betrokken geweest in een zwaar ongeval toen hij terug keerde van een voetbalmatch. In plaats van toe te geven dat de chauffeur te hard reed en dat ze daardoor 3 keren gedraaid zijn, zijn het de kwade geesten van het dorp, “le wak”, die hun lot bepaald hebben. Zo is er niemand verantwoordelijk en hoeven ze het gerecht er niet bij te halen. Maar Alain is er niet zo goed aan toe, heup uit de kom, gebarsten ribben en hij ziet af van de pijn. Hij zwaait trouw zijn been naar voor en achteren op aanraden van Jeroen van Siska, die hij nu als zijn kinesist op afstand beschouwt. Ze sturen de mensen naar huis zonder krukken, die we ondertussen laten maken hebben, enkel met de boodschap niet op de benen te steunen. In februari is zijn vrouw bevallen van een flinke baby, ik noem haar de zwarte tweelingzus van ons Elientje want ze schelen amper 5 dagen.

We hebben er een huisgenoot bij gekregen voor een periode van 2 maanden. Caroline, een stagiaire van Volens, die tijdelijk komt meedraaien in de groepen. Ze woont in Brussel maar is afkomstig van helemaal onderaan in de Ardennen. Ik profiteer ervan om een mooier Frans dan het Afrikaans Frans mee te pikken en op gebied van informatica leer ik heel veel bij want ze is er zeer sterk in.

In begin van april nam ik gedurende een week deel aan een atelier rond de doelstellingen van Volens voor de 6 komende jaren in West Afrika. Het was een verademing eens te kunnen werken met intelligente en dynamieke mensen uit Senegal, Ivoorkust en Burkina. Mijn 3 Belgische collega's uit Senegal waren er ook bij. De sfeer was gezellig, ook al werd er hard gewerkt overdag. ’s Avond’s was er telkens iets te doen, naar theater, op restaurant of bij vrienden op bezoek. Ik heb ervan genoten en voelde me weer gesterkt om naar Gourcy terug te keren.

De debatten werden geleid door een blinde man, een bekende Burkinabé, apotheker, kinesist en nationale voorzitter van de bond voor blinden en gehandicapten. We zaten in dezelfde werkgroep ik hielp hem de groep leiden en hoor hem nog telkens roepen: Lilie où es tu? Een week later is hij vertrokken naar Kenia voor een congres. Maar toen kwam het bericht dat het vliegtuig naar Kenia neergestort is in Kameroen. Hij zat in het vliegtuig. Omdat Lenie, waar ik nu logeer, goed bevriend is met de jongere broer van Siaka Diara heb ik het gebeuren van dichter bij meegemaakt. De familie is op de plaats van de ramp geweest maar ze zijn zwaar ontgoocheld terug gekeerd uit Kameroen omdat de regering niets ondernomen heeft om het rampgebied te bewaken. Ze hebben niets terug gevonden van hem, zelfs alle voorwerpen waren onmiddellijk weggenomen. Er waren zelfs GSM's van de doden waar de familie naartoe belde die antwoord gaven! Luguber! Voor een muzelman is het een groot probleem om een begrafenis te houden zonder lichaam. Zondag ga ik naar de plechtigheid in zijn huis in Ouagadougou.

Het werk gaat langzaam verder, soms met succes maar al te dikwijls loopt het niet zoals gewenst. De mensen zijn ingewikkeld, ze willen wel maar komen niet los van hun gewoonten. Vooral het groot tekort aan geschoolde mensen geeft veel problemen in het werk. Caroline en ik stonden onlangs versteld te moeten horen op een vergadering rond de problemen bij de zeepmadammen, van personen met een leidinggevende functie dat je een krediet moet nemen als er geen winst gemaakt wordt. Er wordt hier al te dikwijls een krediet genomen om geld in handen te hebben en niet om te evolueren, met het resultaat dat ze ter plekke blijven trappelen of zoals mijn zeepmadammen, in een diepe financiële put geraken. Ik ben ervan overtuigd dat als ik deze groep loslaat, ze zich opnieuw in schulden zetten gewoon om zeep te maken als tijdverdrijf. Wat hebben ze ervan geleerd, vooral als ze daarbij nog slechte raadgevingen te horen krijgen?

In verband met de problemen van deze groep ben ik in Ouahigouya Bernard Ledia gaan opzoeken, een wijze oude man en nog altijd heel dynamisch. Hij is de stichter van de Naam groepen en heeft tijdens mijn vakantie 1 miljoen CFA geleend aan de zeepdames, zonder op de hoogte te zijn van de werkelijke situatie. Hij beklaagt het zich natuurlijk maar heeft er nog vertrouwen in zolang ik hen kan opvolgen. Maar toch moet ik ze voorbereiden op een definitief failliet dat ik voorzie in oktober, want de winst op de zeep is te klein om daarmee 3 miljoen CFA af te betalen.

Meer en meer hoor ik zeggen dat werken in collectiviteit, zoals het nu gebeurt in groepsverband, geen oplossing is in de strijd tegen de armoede. Als het geld waarvoor je werkt niet aan je toekomt, maar wel aan de groep welk belang heb je erbij om hard te werken?

Gisteren kreeg ik bezoek in Gourcy van één van de nauwste medewerkers van de Belgische ambassadeur, een Rwandese vrouw, Maria Goretti, zeer intelligent en met een klare kijk op de situatie. En sympathiek ook nog! Zij had het er ook over dat een omschakeling naar kleine ondernemingen, met baas en betaalde werknemers, meer resultaten zou geven. Als je je eigen onderneming moet leiden ben je niets met luie en ongemotiveerde mensen, dan heb je tenminste het recht ze aan de deur te zetten en anderen aan te nemen. Dat kan je je onmogelijk in een associatie permitteren, leden zet je niet aan de deur en vervang je niet zomaar, al is Bernard Ledia van oordeel dat dit de oplossing is voor de zeepmadammen. Maar zover kan ik niet gaan dus heb ik hem voorgesteld dat in mijn plaats te komen doen.

Maria Goretti had veel plezier toen ik haar vertelde, terwijl we “de colline” van Gourcy opreden naar het terrein dat aan de associatie toe behoort, dat de vrouwen weigeren daarheen te komen omdat de helling veel te steil is. Zij vond het zo hilarisch dat ze haar zus naar Gourcy zal meenemen om te tonen wat ze hier “colline” noemen!

Ondertussen is het groot weefgetouw met 4 pedalen na 1 jaar lang palaveren - waar naartoe, wie mag beslissen en op welke manier - verplaatst met kar en ezel naar een andere plek, een half open hangar waar we 1550 draden in bedwang moeten houden tijdens de zandstormen. Het is een hele klus om het aan te leren, vooral omdat er vrouwen bij zijn die niet vlot van 1 tot 4 en omgekeerd kunnen tellen. Maar het begint toch te lukken vooral als ik mee tel in het Moré ... Yembre, yiibou, taabo, naase!

Ik heb nog niets verteld over de plechtige inhuldiging van de winkel. Het was een bewogen dag. Al gauw zag ik in dat ik de organisatie aan hen moest overlaten, onze manier van feesten komt totaal niet overeen met hun visie. Het kwam er tenslotte op neer dat de hele plechtigheid met receptie achteraf, volledig in het teken van de autoriteiten van Gourcy stond en niet zoals ik voorstelde dat het een feest voor de leden van de associatie zelf moest worden. Er bestaat hiervoor een protocol waar ze niet wilden van afwijken. Alle belangrijke mensen zitten onder een grote tent met een preekstoel in het midden van het terrein, de toespraken (allen in het Frans!) werden door ons op voorhand geschreven (nietszeggende toespraken, enkel de lof van die mensen werd bezongen), er werd gedanst door 2 traditionele groepen, op het einde werden er geschenken gegeven aan verschillende autoriteiten, de receptie was er enkel voor hen en tot slot gingen ze naar huis met een omslag met geld voor de kosten van hun verplaatsing!


In hun normen was de plechtigheid geslaagd, maar wat volgde was minder. Nadien begon “la kermesse”, niets meer dan een soort tombola of een geschenkenkraam, met alle spullen die met de container naar hier gekomen zijn ... En dat was een hoop! Caroline en ik waren op voorhand ongerust voor het verloop van de kermis, vooral omdat de anderen weinig tijd aan de organisatie ervan wilden besteden: “Ca va aller!” Maar dit keer ging het helemaal niet! De mensen, vooral mannen en niet de kinderen waarvoor we zo vreesden, verdrongen elkaar zoals wilden om eerst aan te komen aan de plek met de geschenken. Caroline probeerde met 2 anderen de massa tegen te houden, die gewapend met stokken en hamer vochten om zo snel mogelijk een geschenk te krijgen. Ik heb zelfs een man tegengehouden die bezig was een meisje de keel toe te knijpen om voor haar te kunnen zijn en hem een flinke klap in het gelaat bezorgd. Caroline riep maar: “La police, la police!” Met 4 politiemannen en met zware hand (met de matrak) hebben ze de massa een beetje in bedwang gekregen. Als het ergste voorbij was heeft Caroline gefilmd, je kan het niet voor mogelijk houden wat je op de beelden ziet. Ik moest achteraf denken aan die beelden op de televisie van voeseluitdeling in rampgebieden. Het had er veel van weg ... Maar dat allemaal voor een dom beertje, een kindershirt of wat stiften!

Het is de eerste keer dat ik schrik gehad heb, zonder de tussenkomst van de politie waren er zeker ongelukken gebeurd. Het feestgevoel was voor de rest van de dag voor ons beiden verdwenen, we waren er zo door geshockeerd. Op de evaluatie van het feest hebben we de organisatoren er flink van langs gegeven, en met recht want de hele kermis is gewoon een flop geworden!

Conclusie: Ik verzamel in België geen potlood, geen speelgoedje, niets meer voor Gourcy en voor geen geld wil ik ooit nog een “kermesse” organiseren in Afrika! Om te bekomen zijn we de dag nadien aan het zwembad van het hotel in Ouahigouya gaan liggen en hebben we ons een heerlijke beefsteack gegund. Natuurlijk kan je dat achteraf beter plaatsen in de realiteit waar armoede en gemis van een beetje levenskwaliteit voor vele mensen in de Sahel zo schrijnend is.

We komen net terug van enkele dagjes rondrijden in het Noorden, waar vooral Peulen en Touaregs wonen. We bezochten de grote dierenmarkt in Djibo met kamelen en verschillende rassen van koeien, schapen en geiten. Maar vooral de kleuren bij de mannen boeit me enorm, het blauw-paars van de Touaregs, het groen van de Peulen en het geel van de Toutcouleurs. Er is op die enorme vlakte geen lekje rood-oranje te bespeuren. We reden door een landschap waarvan je zou denken dat Onze Lieve Heer vergeten is kleur aan te brengen, alles lijkt in eenzelfde vaal grijs-gele kleur, met daarbovenop nog een zandstorm, waardoor we niets meer konden zien.

Het weer begint toch te veranderen, hier gaat dat gepaard met heel veel wind en minder regen. Maar de temperatuur is al gevoelig aan het zakken. Met dit weerbericht geraak ik aan het einde van mijn verhaal, je merkt dat we echt verlangen naar minder hevige zon, want zolang heeft de frigo het niet kunnen halen (zelfs tot 23 °), durf je tijdens de middaguren niet buiten komen en is het elke nacht moeilijk om een beetje te slapen.

Tot in een volgend schrijven!

Lilie

1 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Wat je hierboven schreef sluit aan bij wat we hier nog recent op het nieuws hoorden over de voordelen van immigratiestromen. De migranten sturen geld terug naar huis. Dat komt dus in privé-handen terecht en kan niet als ontwikkelingshulp worden gezien maar draagt toch enorm bij tot de lokale economie. Het geld wordt soms geïnvesteerd in commerciële privé-initiatieven die de economie doen aanzwengelen. De winsten die daarbij gemaakt worden, worden soms ook lokaal uitgegeven, waarbij weer andere mensen hiervan meeprofiteren.

7:01 p.m.  

Een reactie posten

<< Home