donderdag 8 september 2005

Een tweede brief ...

Dag lieve lezers,

Na een hele tijd zet ik me terug achter de computer in Gourcy. Ik weet het, er is te lange tijd overgegaan tussen mijn eerste verslagje en nu, maar daar waren redenen voor. Eerst en vooral ben ik aan een strijd begonnen tegen een slopende buikloop, waar ik nu nog mee bezig ben. De computerproblemen hier in Gourcy geraakten ook niet opgelost, tot Joost uit België kwam met de verlossende sleutel, een stick, die volgens de mensen van hier de hitte aankan. En mijn laatste reden, en de meest geldige is het bezoek uit België, van Joost, van Josefien en Kim , met wie ik in de vrije momenten rondgetrokken ben , in plaats van in een overhit lokaaltje, achter een zwijgende computer te kruipen. Dat was het!

Ik heb genoten van mijn tijdelijke huisgenoten, er was leven in huis , een dochter die zorgzaam groenten en falafel inpakt om in te vriezen , - ze is bepakt en geladen met voedsel toegekomen van mijn overbezorgde zussen uit Antwerpen en Leuven en met de goede raad vanuit Brugge om veel bonen te eten, ook al komen ze uit blik – er waren de vele foto’s en een prachtig fotoboek van mijn dochters en mijn schattebollekes, kortom, het was een geslaagd intermezzo in het dagelijks leven in Gourcy.

Het is misschien wat ongepast om me zo uit te laten over voeding – Joost vond dat mijn interesse geweldig naar eten ging,... vanuit een tekort aan afwisseling of vanuit een geweldige zin in iets lekkers? – omdat er in de Europese kranten voortdurend gemeld wordt over hongersnood in Burkina en Mali . Matias belde me met de vraag of ik honger had, want zelfs in Suriname horen ze deze berichten! Zolang je geld hebt ben je in staat eten te kopen ook al is de prijs hoger dan anders. Maar de mensen hier , zoals in de dorpen rond Gourcy, hebben honger, de maïs en de gierst is te duur geworden wegens de schaarste, de voeding is eenzijdiger dan ze als was, en er is geen geld om te reizen om op andere plaatsen eten te gaan kopen.

Op de markten ligt nu totaal geen fruit meer, en de groenten worden terug schaarser. Vandaar de verwoede pogingen van Josefien om groenten, meegebracht vanuit Ouaga, in te vriezen voor in slechtere tijden. Ze stellen hier allemaal hun hoop op dit regenseizoen, want er zou al veel meer regen gevallen zijn dan vorig jaar. Ook op aanraden van mijn dochter heb ik een broodrooster gekocht omdat het brood hier echt niet smaakt. Maar na 2 broodjes in de rooster valt de electriciteit uit, ’s avonds is het totaal onmogelijk om het te gebruiken.

Ik heb, samen met mijn buurman, ook een tuintje aangelegd, - zussen luister goed, kouseband en bonen, sla en wat kruiden- het groeit goed , maar we moeten op tijd eenden, kippen en geiten wegjagen! Onlangs kreeg ik bonen en een levende kip - ik kwam daarmee thuis, hangend aan het stuur van mijn fiets, tot grote verontwaardiging van Josefien ( gaia is hier toch nog niet actief, trouwens je ziet hier brommers rondrijden boordevol geladen met levende geiten, gebonden aan zadel en stuur en krijsend als kleine kinderen- dat gaat echt wel te ver!).

De weg vanuit Ouaga naar het Noorden doorkruist een uitgestrekte savanne, waar je minder en minder sporen en kenmerken van beschaving vind. Het transport is niet voor iedereen betaalbaar en toegankelijk, ook al hebben de maatschappijen geïnvesteerd in nieuwe bussen en desondanks de prijs nog vrij laag gehouden, de wegen zijn in het donker onveilig door de roversbende die van Côte d’Ivoire komen, het klimaat wordt zwaarder, de benzine staat hoog geprijzd, allemaal belemmeringen die de ontwikkeling verder tegenhouden, en die maken dat de Afrikaanse gewoonten en culturen sterk blijven bestaan in deze streken op verschillende gebieden. Dat is onderandere de reden dat je zo weinig van de voeding die je in Ouaga vind, op de markt ziet liggen in Gourcy, dat hier maar 4 op 10 kinderen naar school kan gaan, dat het nog altijd de man is die alles bepaalt in het gezin: het aantal kinderen, de noodzaak om een doodziek kind naar het dispensarium te brengen (want mijnheer mist dan een werkkracht op het veld – vandaar ook de grote kindersterfte), en dat je veel uitzichtloze situaties ziet.

Het is ook de streek waar een blanke nog een bezienswaardigheid is, waar ze je , nu nog altijd, heel de dag naroepen, “lazara, ça va? ( witte, gaat het?), waarop ik dikwijls antwoord: noir, ça va! Ik heb al verschillende keren uitgelegd dat we er niet moeten aan denken een zwarte in Europa zo aan te spreken, dat we dan beschuldigd worden van racisme en moeten maken dat je dan uit de buurt blijft. Maar neen, dat helpt allemaal niet, ze blijven het roepen, klein en groot, tot vervelends toe!

Het feit alleen al dat je blank bent is genoeg om je zo maar op de man af, geld te komen vragen of, vooral in de hoofstad , achtervolgd te worden door opdringerige verkopers, die vinden dat je moet kopen . Negeren en als dat niet lukt opeens uitzonderlijk kwaad worden. In Ouaga noemen ze me al: of madame tranquille of madame pressée, naargelang de mate van mijn verdraagzaamheid! Er zijn dagen die me het gevoel geven dat ze me als een geldkoe beschouwen, niet prettig zo’n gevoel! Wat zou je doen? Fatou, de oudste dochter in het gezin van Assita waar ik het meest vertoef, wordt 18 jaar en droomt van een verjaardagsfeestje, maar ,zegt Assita , er zijn geen mogelijkheden! Diezelfde dag heeft Awa ( hoort ook tot de grote familie van Assita) panne met een oude versleten brommer, ergens in de bousse. Heel beleefd komt ze me vragen of ik haar wil helpen de herstelling te betalen, want de brommer is de hare niet en ze heeft geen geld. Enkele dagen voordien liggen 2 kinderen (die ook op de cour wonen maar zonder hun mama) met hoge koorts op de grond. Malaria! Josefien, Kim en ik hebben hen naar het dispensarium gebracht, voor de test. Het zijn 2 graadmagere kinderen die zelf niet de kracht hebben om de ziekte met onbetrouwbare medicamenten te overwinnen. Het zijn allemaal geen grote sommen – zoals de dokters-en apotheekkosten: samen nog geen 8 euro!- , maar het is duidelijk dat ik daarmee zal moeten rekening houden om rond te komen met mijn loon.

In huis wordt ik ook geconfronteerd met de nadelen van het vochtig warm klimaat. Alles beschimmelt en ruikt muf. Het ongedierte schijnt het ook aangenamer te vinden binnen dan buiten, daarom moet je enkele keren per dag met de borstel rond gaan. Zo ontdekte ik ’s morgensvroeg een kikker, die me de dag voordien al verrast had in de douche, ongestoord onder een doos met kleren naast mijn bed! Gelukkig was er snel een buurman bijgehaald die de jacht op de kikker in mijn plaats deed!

Ik wist niet dat het leven in Gourcy zo hard is, en zeker voor mensen zonder geld, zonder mogelijkheden.

En nu een woordje over het werk: De savonnières zijn terug aan het produceren, en zijn overgelukkig omdat ze opnieuw kunnen werken. Toch blijven er grote problemen, die zeer moeilijk aan te pakken zijn, alleen al omdat ze niet gewoon zijn om abstract te denken. Wat zijn ze met begrippen als, verkoopprijs, uitgaven en winst? Volledig onbekend! Als er maar kan gewerkt worden! Ik heb ondertussen al opgemerkt dat de koopkracht in Burkina zo geweldig klein is, alles wat je koopt, laat maken of herstellen kost bitter weinig. Ze rekenen alleen het materiaal, werkuren worden niet betaald, ze zijn al tevreden als ze hun basismateriaal kunnen terugkopen om te werken. Werken, het is dat wat telt. En vermits de informele handel ( iedereen draagt iets op zijn hoofd om te verkopen, nootjes, mango’s, geroosterde maïs, papieren zakdoekjes enz...) een grote invloed heeft op de economie van die landen , kan er maar een vooruitgang komen wanneer er een mentaliteitsverandering is. Welk werk ook moet kunnen betaald worden, anders kan de koopkracht nooit vergroten. Amaai ,wat een economische redeneringen, zou Frans daarmee eens zijn? Goed, maar dat zijn de problemen in de groep waarmee ik aan het werk ben. Aan de prijs van de zeep mag ik niet raken, dat staat vast. Dus moeten we een andere oplossing zoeken: de uitgaven verlagen zodat er weer meer winst is. Daar heb ik me lang mee bezig gehouden, op zoek gaan naar de goedkoopste leverancier en dan onderhandelen, negociëren noemen ze dat hier. Of het stukje zeep een beetje verkleinen, zodat er meer stukken uit 1 moule komen? Maar gewoontes bij de vrouwen verander je niet zo maar, zelfs al maakten ze een bol zeep, die ze verkochten aan nog niet de helft van de prijs van de uitgaven, dan nog verkrijg ik met moeite deze bol zeep in een kleiner formaat. Het is duidelijk dat alles zeer traag gaat, ook al zijn ze van goede wil en willen ze niet liever dan ook werken met winst, maar het liefst houden ze het nog allemaal bij het oude, het bekende. Ik heb nu 2 Belgische studenten (Afrikanologie) in het project, die willen werken met vrouwen. Ik heb hen de opdracht gegeven gedurende die 2 weken de vrouwen te begeleiden en een snelcursus in beginselen van economie visueel bij te brengen bij de vrouwen die de meeste verantwoordelijkheid hebben. Geen gemakkelijke opdracht, maar ze zijn enthousiast om een manier te zoeken om de vrouwen iets bij te brengen. Ondertussen werk ik nu ook met de teinturières en de weefsters, die ongeduldig op me stonden te wachten. De werking verloopt helemaal anders, veel vlotter en daardoor ook gezelliger. Ze nemen zelf initiatieven en begrijpen de richting waar we naartoe willen gaan. Jaloezie is hier ook onder vrouwen niet ongekend, zeker tussen de groepen onderling niet, vooral omdat ik zo lang met de savonnières aan het werk geweest ben. Daarom is het goed dat de 2 studenten mijn taak een tijdje zullen overnemen en ik me op een andere groep kan concentreren.

Er lopen hier in het dorp zo’n 40 Amerikaanse jongeren rond, allen afgestudeerden aan de universiteit. Zij rijden met een prachtige fiets , niet met een blikkendoos zoals de mijne! OOk hun uitrusting valt op, fietshelm, speciale fietszakken.... Zij zijn een beetje na mij aangekomen en blijven hier 3 jaar! Zij werken en verblijven 1 week in een dorp rond Gourcy en komen dan naar hier terug. Enkelen werken rond een economisch project , hetgeen een beetje overeenkomt met hetgeen ik hier doe. Toch weten we niets van elkaar , werken we zeer versnipperd en naast elkaar. Jammer, maar overmorgen hebben we een afspraak om onze werkingen eens samen te leggen. Het kan interessant worden.

Zo, dat was het! In België gaan de kinderen binnenkort terug naar school – hier niet, zij hebben 3 maanden vakantie omwille van het regenseizoen, veel te lang voor kinderen die niet mee op het veld moeten werken – het is voor mij ongewoon dat ik niet mee aan de start sta van het nieuwe schooljaar. Good luck aan iedereen, groot en klein!

Ik eindig dan maar met de belofte sneller nog iets van me te laten horen!

Lieve groeten

Lilie