maandag 17 april 2006

Ebeoogo! Lafi ... Y kibare? Lafi ... La kremba? Lafi ... Tumde? Lafi ...

Als ik me terug voor het scherm zet om een stukje voor de weblog te schrijven vraag ik me eerst af of er wel iets speciaals is om te vertellen. Elke dag in Gourcy is dezelfde. Het ritme van douchen, markten, koken, wassen en plassen, siësten en ga zo maar verder verbindt de dag. Daartussen wemelen de kinderen, ze schikken zich naar dat ritme, maar worden voor de rest meestal aan hun lot overgelaten. De paasvakantie is pas voorbij (2 weken eerder dan bij ons), geen moeder heb ik zien vertrekken met haar kinderen voor een uitstapje, een gezellig dagje uit, neen, de dagen waren zoals altijd, wel drukker door het aantal bewoners op de koer, die tijdens de schoolweken ergens anders wonen en nu thuis waren. Te druk eigenlijk.

Vakantie, op reis gaan, een uitstapje plannen ... Neen, wel de gewone dagelijkse bezigheden meer ontspannen laten gebeuren, én buurten, dat doe je door je eigen zetel van het ene terras naar het andere te verplaatsen, weer een thee´tje slurpen, misschien nog een scrabbeltje winnen terwijl de vrouwen elkaar leren haken ... Dag na dag, de televisie met 1 post brengt wat afwisseling en kletsen en discussiëren hoort er altijd bij. Ze hebben toch veel last van verveling, maar dan kan een dutje de tijd wat sneller vooruit laten gaan.

Toch brengt de tijd ook veranderingen mee. Ik denk aan het vertrek van mijn buurvrouw Pauline naar het dorp waar haar man woont. Ze werkte als assistent vroedvrouw in de materniteit van Gourcy, in een Italiaans project (foto’s op http://www.flickr.com/photos/54277383@N00/sets/). Ze moest het project vroeger verlaten dan contractueel voorzien was want het geld van het project was op ... Slecht beheerd of “... on a bouffé l’argent”, iets wat ik zo dikwijls hoor zeggen. Het was een emotioneel afscheid. ´s Morgens rond negen uur kwam ze me zeggen: “Lilie, on part aujourd’hui!” Reeds om 11 uur stapte Pauline met haar schattig, maar even bazig dochterke van nog geen 2 jaar wenend in het busje en lag heel haar inboedel op het dak van dat versleten bakje, dat zijn beste tijd al lang achter de rug had. Ze hebben toch allemaal dat nomadisch trekje, op nog geen twee uren tijd slagen ze er in alles op te pakken en te vertrekken. Geen zetels, geen bedden en kasten om mee te nemen, enkel keukengerief in een grote mand en in bassins vast gebonden met panjes, kleren in de typische grote geruite plastiek zakken van onze wibra, de pispot van dochterlief en het onafscheidelijk gestreept plastieken keteltje bengelend aan het bagagerek. Wat schaamde ik me diep, als ik terug denk aan onze verhuis uit Putte, en zelfs nu aan de ontruiming van het huis in de Begijnenvest, daar had ik een ganse dag en niet minder dan 4 mankrachten voor nodig!

Ik had beloofd wat meer over het werk te vertellen. Begin maart zijn we (Hawa, Zourata, Maimouna en ik) vrij onvoorbereid, gepakt en gezakt met een oude bus, naar Dédougou gereden om deel te nemen aan een artisanale beurs, ter gelegenheid van een maskerfestival in die stad. Ik had mij het vertrek en de reis ook niet anders kunnen voorstellen, toch sta je telkens voor verassingen. Om te beginnen liet de pottenbakster Maimouna een volle car 2 uren lang op haar wachten, niets hiervan vermoedend kwam ze er aan met ezel en kar, waarop 6 grote bassins vol aardewerk. Ik sloeg al in paniek, want we hadden 200 km pistes voor de boeg. Toch werd alles voorzichtig op het dak van de car gehesen tussen de brommers, en de geiten. Gelukkig had Hawa voor ons twee plaatsen gereserveerd, hier doe je dat door wat spullen op de zetel achter te laten, en konden we volgens de normen van hier nog vrij comfortabel de rit maken, zonder te veel geurtjes van de baby’s zonder luier en van de zwetende mensen die op allerlei zitten te kauwen, dat gaat van gedroogde vis tot colanoten. Comfortabel? De bijrijder had zijn handen vol om om de 10 km enkele kruiken water bij te voegen in de motor en in elk dorp de kruiken te gaan vullen. Bij aankomst ( van 11 uur tot 21 uur!) constateerden we dat er een zak met indigopanjes ontbrak, reden genoeg voor Hawa om in een Franse colère met de chauffeur en bijrijders in discussie te geraken. Met een kleine pillamp zochten we in een complete chaos in en rond de car, tussen een wirwar van slapende mensen en bagage naar een roze zak met witte bollekes. Eind goed alles goed, de zak werd terug gevonden, Hawa kwam tot rust ... En tot onze grootste verbazing waren er maar 4 potten aardewerk die de reis niet overleefd hebben. We zochten onze kamer op bij de nonnekes, en na een deugddoende douche gingen we op zoek in de stad naar nog iets eetbaars, maar tevergeefs, met enkel een paar sneden van mijn kostbare peperkoek in onze maag zijn we in slaap gevallen.

Daar we in de organisatie van de beurs zaten kon ik genieten van tribuneplaatsen waar ik de dansen van de maskers goed heb kunnen volgen. Het was wel indrukwekkend, vooral de dansen zelf en de hele aankleding van de maskers, volledig in pluimen, droge grasstengels geverfd in prachtige kleuren, en zelfs in groene bladeren van de schaarse bomen. Het was een hele gezellige bedoening in het stadje, overal werd er muziek gemaakt en gedanst ... en ’s avonds kwamen de maskers voor de grap je schrik op het lijf jagen.

Vele kopers waren er niet, geen geld en geen interesse – die hele beurs leek eerder op een boerenkermis dan op een artisanale beurs - , maar toch werden we uitgekozen om deel te nemen aan een selectie die de promotie rond de Afrikaanse stoffen (niet alleen de Burkinese!) wil bevorderen in Frankrijk. Na die vermoeiende week in Dédougou kregen we amper 5 dagen tijd om alles in te leveren op de ambassade van Frankrijk. Er is hard gewerkt geweest, bijna dag en nacht. In juni kennen we het resultaat.

Ondertussen is de reuze bestelling van 10 grote gordijnen in traditioneel katoen en eveneens in een traditionele techniek (Bogolan) geleverd aan een hotel, eigendom van een oud minister, Mr. Antoine, klein en rond van het lekker eten en de franse wijnen. Hij is afkomstig van Gourcy en heeft dit hotel hier gebouwd voor de vele politieke vriendjes en afspraakjes maar ook met de goede bedoeling de mensen van zijn geboortedorp hierdoor werk te kunnen geven. Vandaar dat hij ons opgezocht heeft en dat ik af en toe in de politieke sferen vertoef, tussen ministers en de high society van Gourcy (een glaasje franse wijn sla ik niet af!).

Al bij al is het goed meegevallen, het resultaat is in hun ogen geweldig (er komen al nieuwe bestellingen binnen!) maar eerlijk gezegd qua afwerking kan het nog veeeeeel beter. Het is hun vuurdoop geweest en ze hebben er veel bij geleerd, maar alleen hadden ze het nooit aan gekunnen, als ik eerlijk mag zijn. Het hoort natuurlijk een stuk bij mijn werk maar toch is er deze maand te veel tijd en energie naartoe gegaan. Het was snel duidelijk dat ze constant begeleiding nodig hadden om van die smalle banden van 10 cm (geweven door mannen) in een onregelmatig gesponnen katoen ( door vrouwen) een gordijn te maken van 2m50 op 2m30 hoog en gevoerd! En dit 10 maal! Het was niet alleen vermoeiend, het was afzien! Daarbij geef ik je nog een sfeerbeeld van “het atelier”, dan kan je er misschien inkomen dat ik nu letterlijk aan het herstellen ben! Het atelier - een kotje van hooguit 2,5 vierkante meter, waarin geschraagd 3 personen passen én een stikmachine, een Singer naaimachine ... jawel met trapper – was de aangewezen plaats op de koer van Assita voor de confectie van de gordijnen. Afgeschermd van zon en wind, maar vooral van vuil en rommel die kippen, schapen en spelende kinderen, die met geen vinger aan te raken zijn , zoal kunnen produceren, en van de etensresten, vuile afwas, kippenbeentjes, vieze kleren ... Was ik nog bijna vergeten te vernoemen. Het meet- en paswerk gebeurde op een mat (“une natte” die ze gebruiken om op te slapen, in Marokkaanse winkels in Antwerpen te koop), die ik zo snel mogelijk ontrolde om dan met mijn ganse lijf en stoffen in te palmen, maar oh wee, er was geen half minuutje voor nodig om snel een schaar te gaan halen of de mat lag vol vuile kinderen gezellig zacht en knus bij elkaar! Er is toch niets aangenamer dan met z’n allen op een klein plekje te zitten om te keuvelen, te spelen, te pissen, te eten! In het begin was het lachwekkend maar in volle werk was het me dikwijls te veel en gebeurde het al wel eens dat ik er eentje hardhandiger de mat afduwde of gewoon elders wat rust ging zoeken.

Op de koer van Assita is alles keuken, slaapkamer en zitkamer. Zelfs in het huisje is het onduidelijk door welke functie de ruimte ingevuld wordt, alles is gewoon overal. Ook op mijn koer is het terras niet van mij, want als de zon te hard schijnt bij mijn buren komen ze doodeenvoudig bij mij zitten. Zwarten hebben geen grensgevoel, zelfs niet voor tastbare grenzen zoals een omheining, een gespannen koord of een muur. Ze voelen niet aan wat betekent “tot hier en niet verder”, of “hier wordt er gewerkt en daar gespeeld”, nog moeilijker is een tijdsbegrenzing, zoals “ vanaf nu begint de vergadering”.

De mensen leven buiten, alles gebeurt in openlucht, zonder de geslotenheid van muren rondom je. Vandaar dat ze moeite hebben met concentratie en volharding. Een beetje gelijklopend is de weinige terughoudendheid in een gesprek. Eerlijk, daar heb ik het nu nog altijd moeilijk mee. Door onze opvoeding hebben wij geleerd mensen niet te storen, geen gesprek tussen personen te onderbreken, eerder afwachten tot het past, en zo verder. Hier is dat totaal niet! Als je in gesprek bent met iemand wordt je zeker 10 keren gestoord, niet om iets zinnigs te zeggen maar waar het op aan komt is gezien worden en groeten. Hoe gaat het? Lafi ... En de namiddag? Lafi ... En het werk? Lafi ... Hoe is de gezondheid? Lafi ... En die van thuis? Lafi ... Je bent lang bezig met groeten, dan valt er niet veel meer te zeggen en men vertrekt. Wel moet je telkens de draad van het gesprek terug opnemen en daarbij hopen dat de volgende groet wat langer uitblijft. Zelfs tijdens vergaderingen komt er plots iemand bij je staan, er wordt dan in koor gegroet:. “Ebeoogo! Lafi ... Y kibare? Lafi ... La kremba? Lafi ... Tumde? Lafi ... Onvoorstelbaar in onze cultuur! In werkomstandigheden kan dat werkelijk tegensteken, telkens opnieuw stond er iemand bij me op de koer van Asitta, terwijl ik druk bezig aan het meten was of achter de naaimachine zat, om te groeten en als je dan niet onmiddellijk je hand uitsteekt en de lithanie aframmelt kijken ze je verbolgen aan.

Ik werk niet alleen in textiel, maar ook in aardewerk, zeep, neemolie in de vrouwengroepen. De mannengroepen staan te dringen om er zich ook bij te voegen, de bijoutier, de schoenlapper, de kleermaker, de ijzerbewerker en de houtsnijder. Eigenlijk is er werk voor 2 mankrachten. Einde deze maand komt er een verantwoordelijke van Volens me bezoeken , er zal zeker over gepraat worden, en wie weet verwennen ze mij ook met zo’n grote bak, waar de blanken mee rondrijden (een 4x4) uit medelijden met de kilometers die ik al in mijn benen heb en de kilometers afgelegd in barstensvolle onfrisse cars!

Als alles kan doorgaan zoals gepland – ge weet hier nooit!- openen we nog voor mijn vakantie in België “la maison des artisans”, met een boetiekje , een naaiatelier voor Hawa en een bureau voor mij! Daar kijken ze allemaal zeer gespannen naar uit en hopelijk mag dit langer blijven bestaan, onder het wakend en leidend oog van Hawa waar ik veel vertrouwen in heb.

Er is weer een Islamfeest - doop van Mohammed - met veel drukte en herrie. Dan zie je grote truckers voorbijrijden in het dorp, gestapeld met mensen en dieren op de lading, om naar een dorp te rijden in de buurt waar het groots gevierd wordt. Onlangs is zo’n camion gekanteld, met 17 doden en verschillende gewonden rond Banfora! Angstaanjagend zo’n wegreus op de baan!

Nog het weerbericht: Vandaag zal de zon schijnen in een open blauwe hemel, we halen zelfs 43° in de schaduw, de wind is nog van de partij, toch minder hevig, nog veel opwaaiend stof, slecht voor astmalijders. Weinig afkoeling ’s avonds en ’s nachts. Het is geen grap, maar na elk nieuwsbericht komt een vrouwelijke Armand Pien op het scherm om met een weerkaart de temperaturen van de volgende dag te vertellen!

Ik kijk nu wel uit naar de vakantie, begin juli ben ik thuis in minder warme oorden maar bij mijn schatten van kinderen en kleinkinderen! Nog 2 dikke maanden!

Van hieruit een hele warme zonnegroet!

Lilie.