donderdag 29 december 2005

Prettige Kerst en Gelukkig Nieuwjaar!

Weer één maandje verder, laatste nieuwsbrief van dit jaar !

Beste lezer,

Begin november was er de drukte van de verkiezingen - hoe kan het anders, de president behaalde een overweldigende overwinning - en van de Tour de Faso – met enkele goede prestaties van de Belgen, die het nochtans niet meer zagen zitten omwille van die brandende zon en van de buikloop ( je moet het maar hebben op je fiets!).

Verder verliep de maand vrij rustig, het gewone werk, enkele dagen in Ouaga, festiviteiten voor het 50 jarig bestaan van de katholieke kerk in Gourcy, een uitreiking van medailles aan trouwe medewerkers van het gemeentehuis…..en voorbereidingen treffen om de harmatan (een hevige warme wind) en de friste van ‘s morgens en ‘s avonds te trotseren: de bouw van een hangar met rieten matten boven en rond mijn terras is onvermijdelijk geworden ! Het verschil in temperatuur ‘s morgens en overdag is geweldig groot, vandaar de snotneuzen bij de kinderen , die gekleed lopen alsof ze klaar staan om op wintersport te vertrekken.

De medailleuitreiking is hier nog een grote gebeurtenis, zo werd Abibou, een mooie rijzige dame ook voor haar diensten beloond. Ze hoort bij de vooraanstande sterke vrouwen van Gourcy, is overal actief en geniet een grote bekendheid. Omdat ik ook op het feest uitgenodigd was, werd me gevraagd me zoals haar entourage te kleden. Het is de gwoonte op een feestdag een kledingstuk uit dezelfde stof van de panje van de gevierde aan te hebben. De clan van Abibou was gekleed in het blauw, een ander in het rood, iedereen is herkenbaar en het is nog gemakkelijk ook om een gesprek aan te knopen: ha, u hoort bij de dame in het rood, vriend of familie? Hoe onwennig voelen we ons niet als er op een feest twee gelijkaardige jurken rondlopen, stel je voor! Ik voelde me in mijn lange rok zo een beetje, maar rond me was er niemand die daar last van had.

Ik heb me deze maand in het werk vooral op de weefsters en de verfsters gericht. Ik heb vorige keer verteld dat ik contact genomen had met een hogeschool in Ouaga op aanraden van een medewerker van Peace Corps. Ze waren zeer enthousiast voor het project omdat ze ook voorstander zijn om de hotels in te richten met het artisanaat van het land zelf en niet, zoals het nu gebeurt , met de kitch uit Europa (en erger nog vanuit China). Maar door een groot gebrek aan binnenhuisarchitecten en decorateurs in Burkina zijn ze genoodzaakt Europese firma’s aan te spreken, die niet de moeite nemen om de stijl aan te passen aan de Afrikaanse cultuur.

Ze stelden voor om naast het stalenboek met stoffen enkele concrete voorbeelden te voegen van een gordijn of bedsprei of een kussenovertrek, omdat de mensen zich geen voorstelling kunnen maken van een inrichting. Het is duidelijk dat hier een werkterrein voor binnenhuisarchitecten nog volledig open ligt: dus alle binnenhuisarchitecten zonder werk hierheen !

De weefsters hebben ondertussen een eigen plek gekregen, waar ze gezamelijk kunnen werken, wat een grote verbetering is. Ik probeer hen te laten weven met 12 draden per centimeter in plaats van met 16 draden / cm , dat als resultaat een zeer stevige stof geeft maar te weinig soepel om te dienen als gordijnstof. Het vraagt toch enige inspanning om hen dit uitgelegd te krijgen, ze hebben gewoontes en eigen maten waarmee ze werken zonder ooit onze vertrouwde centimeter in de hand te nemen. Uit 1 pak draad halen ze een ketting voor 3 pagnes ( ongeveer 20 m lang), scheren met telkens 4x4 draden in het kruis, en weven in banden van 29 cm breed. Ze kennen het aantal draden waarmee ze werken niet maar ze vertrouwen erop dat ze telkens hetzelfde resultaat hebben. Het scheren en weven zelf is bedacht om zo snel en zo ergonomisch mogelijk te werken Ook het tijdrovend werk om zoals op onze manier de kettingdraden door de hevels te rijgen, wordt vervangen door het aanknopen van een nieuwe ketting aan de vorige die niet uit de hevels genomen werd. Ze weven enkel op weefgetouwen met 2 schachten! Toch slagen ze erin mooie weefsels te maken, misschien met een beetje te weinig inspiratie en variatie. Sorry, dit was een onderonsje voor de wevers!

Ondertussen is het me al heel duidelijk geworden dat het grootste probleem bij de Afrikanen een cultuur probleem is, waardoor zoveel verloren gaat: “la gestion est partout un grand problème” hoor ik voortdurend zeggen. Ze gebruiken het bijna als een excuus omdat het iets is wat niet in hen zit, het beheren van ‘eendert’ wat, is het geld, tijd, materiaal, milieu of op kleinere schaal het beheren van voedselvoorraad, medicamenten en huisgerief. Het is soms schrijnend, omdat er , zoals bij de savonnières nu het geval is, genoeg capaciteiten in huis zijn, maar door het slecht beheren geraken ze niet verderop en blijven ze apatisch in alsmaar dezelfde afwachtende houding: er komt wel een oplossing, liefst nog worden de oplossingen hen aangereikt!

Klint dit pessimistisch? Misschien. Toch kom ik ook vrouwen tegen die het wel gedaan krijgen om de touwtjes in handen te houden , maar ze zijn zeldzaam. Ik ga dikwijls ten rade bij een intelligente dame, Madame Juliette, die zich op provinciaal vlak de organisatie van de artisanale groepen aantrekt. Daar ze in mijn straat woont, zoeken we elkaar geregeld op om over het werk te praten. Op een avond liet ze me ontvallen dat ze soms denkt om dit werk te stoppen gewoon uit pure frustratie. Hetgeen ze de vrouwen willen bijbrengen door eindeloos veel formaties te geven, is juist hetgeen overal zo moeizaam verloopt: het beheren van een kleine onderneming!

Daarmee zal ik dan ook starten in januari. Ik heb een formatie over de beginselen van boekhouding en beheren van een onderneming voorbereid op hun niveau, met heel veel tekeningen (gelukkig kan ik dat beetje talent van me hier nog gebruiken!) en met theater of rollenspelen. Ik ben er ook maar een leek in, maar een Amerikaanse vrijwilligster heeft me aangemoedigd om zelf de formatie te geven. Ik ben benieuwd hoe dat zal meevallen.

Het is geen zwaar pessimisme, maar toch een realistisch denken over: hoe haal je hen hieruit? Waar kan je best hulp bieden, op welk niveau? Is het niet dringend tijd voor een hervorming van het onderwijs? Kan er druk gezet worden op de regeringsmensen om zich eerst daarmee bezig te houden, in plaats van grootse projecten zoals “la citoyenneté des femmes rurales”.

Mijn brief zal korter worden dan de vorige, gewoon uit tijdsgebrek. Ik vertrek morgen naar Ouaga en 3 dagen later wacht ik 8 Belgen op aan de luchthaven waarmee ik Burkina rondreis, van de woestijn helemaal in het Noorden, waar we een sobere Kerstmis zullen vieren, naar het groenere Zuiden, met oudjaar in een iets luxueuzer hotel. Ik ga mee als gids van Origo (http://www.origo.ws/), naast een plaatselijke gids, mijn Burkinese collega Paulin. We reizen rond in een afgedankte camion van het Belgisch leger, die omgevormd is tot een typische pistewagen, met een hoge bak waar de passagiers toch vrij comfortabel tegenover elkaar zitten.

Eerlijk gezegd ben ik blij dat ik deze trip kan maken, zo zal ik me op die feestdagen minder onderdompelen in een heimwee naar huis en naar mijn kinderen. Zo beland ik aan het einde van deze weblog nieuwsbrief van 2005, met natuurlijk de beste wensen voor een prettige Kerst en een gelukkig nieuw jaar 2006!

Tot in 2006!

Lilie

Laatste nieuwtje van op mijn koer: om de varkens, dit keer niet de padden, weg te houden van de vuilbakken had ik met mijn buurman een constructie gemaakt in hout met degelijke sjorringen ( dat verleer je als oud-scout nooit)! Na 2 dagen lag de hele installatie op de grond: de touwen waren weggenomen door een een jongen van ongeveer 16 jaar, die een ziekelijke obsessie heeft in touwen. Hij nam ze ’s nachts weg en overdag kwam hij ze op de koer verkopen!