vrijdag 5 oktober 2007

Dagboek

De vakantie in België bij de kinderen had meer weg van een verblijf in een kuuroord. Gezond eten, veel rusten, herstellen van een voedseltekort en van rare insektebeten ... Rust , rust, rust. Het was nodig, dit keer ben ik niet zo fit terug gekomen, het leven in Gourcy begint op me te wegen. Eerste plan was om het verblijf in België te verlengen om volledig terug op krachten te komen. Maar er kwam een voorstel van Jan en Michele om me op te wachten in Ouaga en samen met een wagen naar Gourcy te rijden, geladen met conserven, fruit en groenten voor de eerste weken. Dit voorstel lokte me danig, vandaar dat ik toch zoals gepland vertrokken ben na 3 weken vakantie.

De koer: Mounirama, hoogzwanger, met 2 dochters Aïsja en Mounira (6 en 8 jaar) en haar man (Muselman), daarnaast een gezin die met z'n vijven 1 klein kamertje bewonen , de vrouw is ook hoogzwanger, verder Odile, alleenstaand, wiens familie elders woont. Rechtover hen woont een pas getrouwd stel, van een strenge Islamitische richting. Alain woont ernaast met zijn gezin, Pauline en 3 kinderen. Daarnaast een jong koppel zonder kinderen. De kleine huisjes worden bewoond door alleenstaande jonge mannen, het grotere huis bewoon ik samen met Haoua. In het totaal 23 mensen, waarvan 5 gezinnen muselman, 3 protestant en 1 katholiek.

Dag 1: De 4x4 staat voor de poort met een bende kinderen rond die nieuwsgierig de auto aanraken. Wij dragen volle dozen voedsel binnen, een emmer verse vis, flessen ... Nog nooit hebben ze zoveel eten samen gezien. Ze helpen binnendragen en kijken toe. Een beetje gegeneerd geef ik ieder een hand of kus en blijf ik hun vraag “... et ceux de Belgique?” beantwoorden met “ça va , les enfants se portent bien.” Nog geen baby's geboren op de koer, hoelang wachten de vrouwen nog? Ze hebben geen idee!

Dag 3: We komen terug van een lange tocht in de brousse. Het dorp van Alain is een prachtig authentiek dorp, tenminste met onze Europese ogen gezien, want armoede is er anders troef. Geen huis met een platen dak, geen weg waar een auto kan rijden, vuile bollebuiken kindjes, maar daartegenover vind je er geen zwarte plastieken zakjes die het zicht volledig verloederen. We zijn moe, uitgeteld, maar rond 22 u vertrekt de zwangere vrouw van het eenkamerhuisje naar de materniteit, voor de eerste keer in haar leven in een 4x4. Alle vrouwen volgen haar te voet, Michele wil mee om eens een bevalling bij te wonen. Er is spanning op de koer, de kinderen hollen over en weer en vinden geen rust. Al vrij snel is Michele terug maar vertrekt opnieuw achter op de brommer. Er schijnt iets gaande te zijn. Alain wordt opgeroepen en keert terug met het droevige nieuws dat de baby dood geboren is. De vrouw treurt, alleen, want haar man zit ergens in de mijnputten. De mannen van de koer halen er oude mannen van de straat bij om te bepalen waar de baby moet begraven worden. Ze wijzen een plek aan op de koer, onder het raam van een van de buren. De vrouwen zitten samen, zijn niet akkoord omdat de kinderen overal spelen en putten graven, maar durven niet tegen de ouden ingaan. Ze vragen me te bemiddelen met de ouden, eerst willen ze niet luisteren, maar achteraf zien we ze toch een put graven ,buiten op straat tegen de muur van de koer. Ondertussen zijn er vrouwen binnengekomen met de baby ingepakt in doeken en wachten af. De vrouwen begraven het kindje, doen de put dicht en leggen er grote takken bovenop. Mannen staan apart en kijken toe, de vrouwen doen het werk. Nooit zal de moeder vragen waar haar baby ligt, zelfs de vader zal niets weten, al ligt het kindje naast de plek waar ze overdag altijd zijn. Dat zijn de oude wijze mannen.

Dag 4: De vrouw van het dood geboren meisje stapt al wenend de koer binnen, gevolgd door vrouwen, buren van haar vroegere woonst. De koer valt even stil maar al gauw herpakt het gewone leven zich, kinderen spelen, moeders lachen en praten van achter hun kookpot.

Dag 5: Haoua en ik gaan in het kamertje de vrouw bezoeken, de tranen blijven , ze is één hoopje miserie. Haar man is er nog altijd niet. Is hij niet te bereiken of mijdt hij zijn vrouw die haar verdriet toont? Ik schrok van het kamertje, er staat niets, geen tafel, geen stoel, alleen hopen kleren, wat kookgerief en een vuile matras zonder laken waarop ze ligt.

Dag 6: Michele en Jan vertrekken, ik vergezel ze naar Ouaga. We ontmoeten een Vlaams koppel dat werkt met straatkinderen. Op vrijdagavond koken ze “Belgisch”, biefsteak friet, mooi gedekte tafel, alles erop en eraan. Heerlijk was het. Zelfs hier denken we aan het werk in Gourcy, er is een kans dat we hier elke 2 maanden 3000 stukken zeep mogen leveren. Kan ik op deze manier de savonnerie redden? Maar dan zonder de huidige verantwoordelijke! Maar hoe pak ik dat aan? Ik rij terug naar Lenie in een taxi zonder achterruit, het dashboard hangt er bijna helemaal uit, de deuren blijven met touwen dicht, maar hij rijdt. Toch wil ik geen 1000 CFA betalen voor een taxi in zo'n slechte staat, de taximan weigert de prijs te minderen. Ik heb geen keuze. Ik mag al blij zijn dat ik op dat uur er geraakt ben.

Dag 8: Ik rij terug naar Gourcy met de bus, ik wacht met Geneviève, een medewerkster van de Naamgroepen en met Hamidou, een sociaal assistent, een minder volle bus af. Maar er is geen ontkomen aan , we stappen weer in een overvolle bus. Zij lachen met mijn opmerkingen. Nochtans, de rit was hachelijk, de bus zelf balanceerde van links naar rechts, iedereen was in doodsangst. Ik begin genoeg te krijgen van het vervoer in Burkina, nooit op tijd, altijd te vol geladen, en regelmatig pech. Ik krijg de indruk dat alles erop acheruit gaat.

Dag 9: Ik werd gewekt met “Mounirama, a un garçon!” Eindelijk! Alles is goed verlopen. Niemand zegt iets over de vrouw van de koer die maar net haar baby verloren heeft, dat is al vergeten, maar hoe moet ze zich nu voelen? Alle vrouwen van de koer en de buurt waren bij de bevalling, de mannen waren er ook, maar op afstand, zelfs de vader van het doodgeboren kind stond aan de materniteit, maar was er niet bij zijn eigen vrouw. Een kind baren is een vrouwenzaak, mannen hebben daar weinig in te brengen. Nieuwsgierig fiets ik naar de materniteit. Juist op dat moment wandelt Mounirama buiten de bevallingskamer met de vrouwen achter haar. Vrouwen zijn in vrouwenzaken heel solidair en zetten de mannen zelfs volledig aan de zijlijn. De gelukkige pa van de vers geboren zoon kreeg zelfs zijn eigen zoon nog niet te zien, “overbodig” oordelen de vrouwen. Vrouwen zijn nodig om tijdens de bevalling doeken aan te geven, om het kindje te wassen, om de moederkoek te gaan begraven, de aanwezigheid van de man is hier maar een last.

Dag 10: Mounirama stapt de koer op, lachend en energiek. Vrouwen lopen binnen en buiten. Het is er druk, privacy kennen ze niet, iedereen moet op elk moment welkom zijn. Haar man besluit maar best uit de buurt te blijven en vertrekt met zijn brommer. Een vrouw doet de was voor 500 CFA ( 30 BF), maar heeft een etterke van een zoon meegebracht. Ze laat hem begaan, treedt niet op, daar heeft ze geen tijd voor, anderen lossen dat wel op voor haar. Alain komt er tussen, hij is kalmer nu maar niet voor lang. Vrouwen maken kinderen, de eerste 2 jaren wijkt het kind geen moment van de moeder, eenmaal van de borst worden de kinderen aan hun lot overgelaten. Iedereen mag een ander kind dan het zijne berispen en straffen, een heel normale zaak. Het jonge paar speelt samen Mens Erger Je Niet, de hele namiddag hoor ik het gekletter van de teerlingen op een glazen bord. Onophoudelijk. Kinderen hangen hier en ginder, het liefst in de zetels van een ander, verveling kennen ze allemaal goed , jong en oud.

Dag 12: Begin van de vasten. De vrouwen veranderen zelfs van haartooi om de vasten te beginnen, liever een eenvoudig kapsel om zich gemakkelijker te kunnen reinigen. Er is geen verkoop in de boetiek. De winkel wordt wel druk bezocht om een praatje te komen maken. Als ik er ben stappen de bedelaars en “les fous” zelfs binnen, want ik ben nog hun laatste hoop. Toch worden ze weggejaagd, Er is ook heel weinig te vinden op de markt. De bananen en appelsienen komen voorbij Gourcy, er is niemand die het durft bananen op de markt te brengen, er is geen vraag, te duur. In de verte horen we onweer en zien we veel bliksemlichten afsteken tegen een pikzwarte hemel. Alles wordt op tijd veilig binnen gezet, de brommers en de fietsen nemen binnen de plaats van de zetels in, het licht valt bijna onmiddellijk uit, iedereen wacht op de eerste druppels, het is pas 20u30 maar er zit niets anders op dan te gaan slapen.

Dag 13: Iedereen is gelukkig dat de regen niet voor problemen gezorgd heeft tijdens de nacht. Zoals vorige keer, toen de straat en de koer helemaal onder water stonden. Overal in Gourcy waren er overstromingen, het water kon niet meer weg, huizen zijn ondergelopen of ingestort. De dag nadien was het een triest aanblik in de straten van Gourcy , families stonden op straat met het weinige dat ze hadden , doornat en geen dak meer om onder te liggen. Een beetje verder was de gevel van een armtierig huisje gevallen, naast mij op de koer is een pas gebouwd huis voor de helft ingestort. Van op mijn terras kijk ik op puin. Ik liet me vertellen dat de getroffen gezinnen geld ,voedsel en dekens van de regering zouden krijgen. Is die hulp er al gekomen? Josephine, wiens hut ook in puin ligt, zei me nochtans dat ze nog niets gezien heeft. De mensen reageren gelaten, fatalistisch, zelf ondernemen ze weinig.

Dag 14: Vrouw, man of kind, iedereen zoekt los werk. Een jonge man ,al ziet hij er oud uit, neemt alles aan, als het maar geld opbrengt. Hij ledigt de overvolle put van de koer, vies vuil water en heeft geen problemen om er in te gaan staan. Elk gezin heeft 500 f bijgedragen. Hij is er dolgelukkig mee. De vrouwen vegen eindeloos de koer, blaadjes en bloemen van de boom, alles moet weg. Buiten zie ik ze al dat organisch afval in de vuilbak kiepen, waardoor er al snel geen plaats meer is voor het ander afval, vooral plastic .Ze vinden het niet erg als de poort bezaaid ligt met zwarte plasticzakken, conservendozen, en andere rommel. Ik probeer het hen al 2 jaar lang uit te leggen, maar ze kunnen niet begrijpen dat organisch afval vergaat, en plastiek juist niet. Dus verandert er niets in hun houding. Tegenwoordig ruim ik het vuil niet meer op, wat helpt het allemaal?

Dag 16: Er zijn grote voorbereidingen aan de gang voor het doopfeest van de baby, hij is al 1 week op de wereld zonder naam. Bij muselmannen wordt de naam pas op het doopfeest gegeven, het is de imam die deze taak op zich neemt, ingegeven door de vader. Zeker 40 vrouwen komen toe om een “handje” te helpen, want een feest van de muselmannen is een smulfeest. Meer dan de helft zie ik niets doen, gewoon gezellig is het om onder mekaar te zijn , er is toch niets te beleven thuis. En aan het eind van de dag, staat er een kookpot met rijst klaar, handig meegenomen. Haoua is de drijvende kracht daar in die chaos, die weet tenminste wat werken is. Het moet moeilijk zijn te koken terwijl je aan het vasten bent. 's Avonds tijdens het eten krijgen we bezoek van een aantal vrouwen van de groep. Het is de gewoonte bij de Muselmannen dat elke bezoeker mee uit de pot eet, ook al heeft hij pas gegeten. Daar gaat mijn salade en mijn verse soep voor morgen!

Dag 17: De grote dag voor de familie! Baby krijgt een naam! Om 6 uur word ik wakker, lawaai onder het raam, wat betekent dat? Ik kijk naar buiten juist op het moment dat mannen de messen slijpen om een schaap te kelen ... nog nooit zo rap buiten geweest! Zijn het weer de ouden die dit de ideale plek vonden om schapen te doden voor het feest? Blijkbaar ben ik nog laat op want de koer wemelt al van vrouwen die ijverig over en weer lopen. Om 7 uur komen de eerste mannelijke oudere gasten toe, ongegeneerd nemen ze plaats in het midden van de koer, met hun ouderdom en wijsheid dwingen ze eerbied af bij de vrouwen. Een zomaar verworven respect? Ik merk het al: het wordt hier een feest voor mannen, de mannen zitten bij elkaar, krijgen aandacht en een zitje, ook een drankje opgediend met een kniebuiging van de vrouwen. Er wordt ook een verschil gemaakt tussen arm en armere. De rijkeren en prominenten krijgen een afdak boven het hoofd tegen de brandende zon, betere zetels en een duurder drankje. De koer vult zich ondertussen met vuile kinderen, die maar al te graag wat meepikken van het feest, en met gekken. Dat vind ik minder gezellig want nu weten ze waar ik woon. Moeder de vrouw is nu en dan eens te zien, ze mag op de foto's waar ik telkens moet bij gaan staan. Ellendig! Uit nieuwsgierigheid vraag ik haar, tijdens de talloze kiekjes, welke naam, ze aan de baby gegeven hebben. Niet te geloven maar waar, ze was nog niet op de hoogte gebracht door de mannen dat het Ibrahim geworden was! Stuntelig roept ze er haar man bij en lacht haar onwetendheid weg . Hoe meer het feest vordert hoe minder de mannen aan elkaar iets te zeggen hebben. De kinderen vullen met hun geroep en gelach de leegte op. Vrouwen blijven naarstig in de kookpotten draaien en de mannen bedienen zoals het hier moet. Omdat het vastentijd is vertrekken ze met een zakje eten of keren bij het vallen van de avond terug, zoals de Islam het voorschrijft. Want waar er kan gegeten worden zijn de Muselmannen te vinden.
De korte ceremonie (een mannenzaak ) is niet belangrijk maar het eten des te meer. Het zal een lange dag worden voor mij, waar kan ik naartoe, er is niets te doen in Gourcy!

Ik ben boos, ik sukkel terug met etterende en zeer pijnlijke insectenbeten op de benen. Eigenlijk is het te wijten aan het gemis aan hygiëne. Het kanaal, vlak voor de poort, die ze na de overstromingen gegraven hebben is een ongelooflijke vuile smurrie geworden en het stinkt geweldig. Toch blijven de vrouwen verder alle vuil erin gooien. Daarbij zijn de vuilbakken overvol en vinden de varkens het overal zalig woelen ... een kweekplaats van allerlei beestjes en ziektes natuurlijk! Conclusie: morgen wordt op mijn vraag en kosten de gracht dichtgegooid en rij ik naar de Franse dokter in Ouaga!

Einde van het feest, iedereen is moe.......ik voelde me vandaag dikwijls een aap in een kooi op mijn terras, een chaos overal, maar de opruim is niet voor mij!
Goede nacht van Lilie