dinsdag 8 november 2005

Een vierde brief ...

Wat vliegt de tijd snel ! Ook al mis ik mijn kinderen en die kleine schatten enorm, toch gaan de maanden snel vooruit en ben ik al bijna een half jaar hier !

Ik ben eindelijk begonnen met de lessen in Mooré. In Ouaga heb ik in het instituut van alfabetisatie gevonden wat ik nodig had: een handleiding! Mijn buurman is mijn leraar en als tegenprestatie geef ik hem computerlessen. Mooie deal, niet? Mooré is de lokale taal en wordt in een groot deel van het land gesproken.Het is een moeilijke taal, vooral omdat de betekenissen van de woorden te horen is aan de uitspraak ervan. Er bestaan zeker 4 à 5 totaal verschillende betekenissen van 1 woord, enkel door een korte of lange klinker, een hoge of lage toon, geef je woorden een andere betekenis. Dat wordt nog zwoegen!

Die eerste week van november was een week van feesten en speciale gelegenheden. Allerheiligen was hier ook een vrije dag, maar zonder feestallures. De dag nadien werd het grote Islam feest gevierd, het einde van de ramadam, er werd door iedereen met spanning naar uitgekeken. De voorbereidingen deden me denken aan ons Paasfeest van in de goede oude tijd: grote kuis, nieuwe uitzet en vooral veel lekker eten. Het was ook een grappig zicht, op de goudron flaneerden de kinderen, gestoken in pompeuze kleren, met lagen stof en voile in de meest gekke kleuren, en de mannen, uitgedost in een “ combinaison “ in roze en licht blauwe tinten! De anders grijze groezelige straat veranderde in een decor van bonte kleuren! Het is ook de gewoonte om aan elkaar eten te schenken, de kinderen lopen dan druk rond met hun schotels, en waar je ook binnen komt, willen of niet, je eet! Ik denk dat ik die dag mijn portie van 1 week binnen had.

De dag nadien was de lang verwachtte dag met het bezoek van de president Blaise Compaore. Op 13 november zijn er verkiezingen. Ik heb nog nooit een dorp zo in rep en roer gezien, want diezelfde dag nog kwam de Tour de Faso door het dorp. En misschien omwille van het hoog bezoek van die dag, werd er snel een aankomst geïmproviseerd. Te vermelden waard is dat die enkele Burkinese renners die een stageperiode in België gekregen hebben het zeer goed doen, ze hebben zelfs een etappe gewonnen, zo wist een Franse journalist me te vertellen. Ik weet niet wie van beiden het meeste enthousiasme van het volk gekregen heeft, in elk geval werden de renners met een luid geklap en geroep onthaald. En Blaise dan? Weet ik niet! Daar ben ik niet naartoe willen gaan, omdat ik dan in die massa de enige blanke zou geweest zijn, maar vooral omdat het een walgelijk vertoon was, vooraf, de dag zelf en nadien. Ik sta versteld hoe grof deze partij geld en rijkdom uitstalt, terwijl er zoveel mensen zijn die geen geld hebben om genoeg eten te kopen. Maar wat wil je, in dorpen waar er niets gebeurt, waar niets te zien is, brengt zo’n vertoon van rijkdom de mensen op de been. Het was te zien aan de massa mensen die naar la Place de Nation trokken, ze kwamen van ver!

Blaise had 5 helikopters nodig om hem te brengen, daarbij nog een sliert van Mercedessen en grote volumewagens. Daarnaast was heel het dorp voorzien van T-shirts, kleren en hemden met zijn foto erop. Het schijnt dat er voor elke Burkinabe een t-shirt voorzien was, en petten in overvloed! Natuurlijk wordt een t-shirt of kleed gaarne aangenomen door de mensen die in lompen lopen, gewoon uit noodzaak, zo kunnen ze weer enkele jaren verder tot het uit elkaar rafelt! Verder wordt er niet nagedacht door de mensen in de dorpen, integendeel, massaal zullen ze op hem stemmen. Jammer, want het zijn juist zij die het geld goed kunnen gebruiken, om een pomp te plaatsen, of om zakken rijst te kopen,......en nog zo veel meer.

Het hoort bij de strategie van Blaise, de mensen in de dorpen dom te houden, ze vleien met t-shirts, en vooral veel beloftes maken. Een vrouw op mijn cour zegt dat Blaise een goede kandidaat is: il a des moyens! Maar als ik haar vraag of hij dat geld gebruikt om eten te kopen voor zijn volk dan lacht ze het antwoord weg. Er wordt hier veel weggelachen in Burkina, wanneer ze geen antwoord hebben, puur uit onmacht en omdat ze geen oordeel willen hebben.

Maar van waar komt al dat geld? Van de landen in het Westen die regeringen in Afrika, die zogezegd democratisch zijn, financieel willen steunen? Het kan niet anders dan dat het buitenlands geld naar de partij van de president gaat en een groot stuk nog in zijn zakken. Dat was toch de mening van 2 mannen, waaronder een buurman, aan de kant van de weg, die hun afkeer niet durfden tonen maar met mij toch aan de babbel geraakte.”La democratie est un luxe en Afrique!” zei mijn buurman die zeer kalm zijn uitleg deed en zich ook afvroeg wanneer de armen in dit land zullen opstaan, maar zolang ze honger hebben zullen ze het niet doen. Hij is leraar in engels en beklaagt zich ook over het analfabetisme in Burkina. Maar 50% van de kinderen gaat naar school! Zolang dit niet verandert zal de toestand zo blijven en zullen de rijken meer en meer geld in hun zakken kunnen steken.Vermits er zeer weinig gedaan wordt voor het onderwijs door deze president is het nodig dat er iemand anders aan de macht komt met andere ideëen.Er is, volgens hen, een kandidaat met zeer progressieve gedachten, maar jammer genoeg geen geld om campagne te voeren.

Ludieker was de start van de renners in Gourcy! Ik heb ze nu van dichtbij gezien, de schamele fietsen van de zwarten en de Eddy Merkx fietskes van onze Belgen. Gelukkig mogen er geen profs uit Europa meerijden, het verschil zou nog groter zijn. Ze zijn met z’n zessen, liefhebbers, die voor de sport maar meer uit solidariteit meerijden. Ze kloegen over de warmte en het eten, met de nodige gevolgen natuurlijk. De Belgische organisatie, “Vrienden van Burkina”, zorgt niet alleen voor een ploeg renners maar komt hier ook waterpompen plaatsen in de afgelegen dorpen in de brousse. Het was een sympathieke drukte die morgen, voor de toeschouwer eerder folkloristisch maar voor de renners, en zeker voor de onze, bikkelhard in die brandende zon.

Na de drukte van de laatste dagen is het weer het harde leven in Gourcy!

Buiten de padden die me nog altijd belegeren, de loslopende varkens die de vuilbak aan de poort van de koer verspreiden, de groenten die goed groeiden maar door diezelfde varkens opgegeten zijn, Lydieke die op tijd en stond haar keeltje open zet, en de electriciteit die na mijn 2-de broodje in de broodrooster uitvalt, gaat alles verder zeer goed in huis en op de koer.

Met het werk gaat het “un peu, un peu”, zoals ze hier zeggen, vooruit. Ja, het vraagt verschrikkelijk veel tijd om met de vrouwen tot een zichtbaar resultaat te komen. Vooreerst is er de “hivernage” die de vrouwen dwingt op het veld te werken i.pl.v. in het atelier, in deze periode zijn er ook veel zieken waarvoor ze moeten thuis blijven, en dan heb je nog de onvoorspelbaarheid in hun werkhouding (veel te laat komen, of helemaal niet op de afspraak zijn), en de willekeur waarmee er gewerkt wordt (niet zoals er afgesproken werd, een prijs die telkens anders is of de vorm van een blok zeep die op niets trekt),... dat alles maakt dat het werk zelf niet zo eenvoudig is. Mais on se débrouille, is hier ook het woord om te zeggen dat we er wel zullen komen..

Omdat ik mijn eigen baas ben bepaal ik wat ik ga doen , wanneer ik werk en hoelang. Maar, gezien de vraag naar hulp groot is, en zich uitbreidt, ben ik toch hard aan het werk. Mijn bureau is thuis, maar het meest ben ik op verplaatsing per fiets van de ene groep naar de andere, verspreid over Gourcy. Door het gebrek aan het doorgeven van juiste informatie, iets waar ik al meer mee te maken gehad heb, ben ik nu in een vrij ingewikkelde situatie terecht gekomen. De naam van de associatie, waarvoor ik werk, is niet de naam van de 7 groepen in Gourcy, maar van een provinciale associatie, met 5 departementen. Concreet wil dit zeggen dat de groepen in die 5 andere dorpen aandringen om daar ook te komen werken, vermits er een officiëel contract getekend is met hen. Er is al veel over gepraat geweest, vooral in de wandelgangen, maar ik heb hen toch al verzekerd dat ik hier geen 10 jaren zal blijven ( 2 jaren per dorp) en vooral dat mijn kinderen daar zeker niet mee akkoord zullen gaan. Vandaar dat het werk iets complexer is geworden voor mij, dat ik nu moet verslag uitbrengen in grotere groepen, en rekening moet houden met weer nieuwe mensen.

Maar hoe ziet mijn werk er uit? In elke groep is het anders werken, enkel in de zeepfabricatie wordt er continu gewerkt. Het zijn zij ook die het meest directe hulp nodig hebben, bijna dagelijks. Het werk gaat van de organisatie van productie en verkoop, het berekenen van een juiste verkoopsprijs, het aankopen van de basismaterialen, het bijhouden van de boekhouding, tot zelfs mee op de markt staan verkopen. Alhoewel de verantwoordelijke een formatie gevolgd heeft, om een klein bedrijfje te leiden, is het juist daar waar het fout loopt. Toen ik er toe kwam zaten de vrouwen letterlijk te wachten op materiaal om te produceren en op bestellingen, kortom de productie lag plat, terwijl zeep een veel gevraagd product is op de markt. Met Ami, de verantwoordelijke, die nochtans zeer bekwaam is, ben ik nu bezig, beetje bij beetje, de hele werking van het atelier terug productief te krijgen. Er is zeer veel goede wil omdat er terug kan gewerkt worden, soms gaan er meer dan 5 dozen zeep per dag de deur uit. Maar we zijn er nog niet, er moet nog veel gewerkt worden, zoals aan de taakverdeling, de werkhouding en vooral aan een beetje meer discipline in het werk. Als de zeep niet goed gesneden is krijgen ze van mij een opmerking!

Ik heb me nog nooit zoveel verdiept in boekhouding, het is anders wel boeiend, zeker als de cijfers weergeven wat ik vermoedde. Het moeilijkste werk is nu het duidelijk maken hoe er op een meer efficiënte manier kan gewerkt worden. De 2 studentinnen die bij mij gelogeerd hebben, weten wat het is: ze hebben 2 weken lang veel pogingen ondernomen om slechts aan 2 van de 20 vrouwen, die een mondje frans spreken en toch vij capabel zijn, stap voor stap duidelijk te maken waar de problemen liggen. Het is dikwijls vechten tegen de bierkaai, want ’s avonds beweren ze wel alles begrepen te hebben, maar de dag nadien is alles terug weg.

De vrouwen kunnen zich moeilijk concentreren, omdat ze al zoveel hebben om over na te denken en om te onthouden, zoals de dagelijkse beslommeringen, de problemen van een ziek kind, de voedselvoorziening, het werk op het veld, en nog zoveel meer. Je hebt het gevoel dat hun hoofd vol zit en dat er moeilijk nog iets bij kan.

In de andere groepen , zoals bij de weefsters en de indogo verfsters , ben ik bezig een stalenboek samen te stellen om daarmee promotie te maken buiten Gourcy, vooral in Ouaga. Ik heb binnenkort een afspraak met de directeur van een marketingschool, om voor te stellen één van zijn studenten een marktonderzoek te laten doen voor de verkoop van deze stoffen in Ouaga, meer special in hotels en restaurants, voor de aankleding van ontvangstruimten – kussenovertrekken en gordijnen - en ook om te gebruiken voor bedspreien in de hotelkamers. Hij leek er interesse voor te hebben. Hij vermoedde dat ik een Europese ben, want in Burkina hebben ze niet deze manier van werken, vandaar zijn interesse voor mijn voorstel.

De weefsters zijn ongeduldig aan het wachten op een cursus in weven met 4 schachten. Ik zie nog niet hoe ik het moet aanpakken, ik heb slechts1 weefgetouw met 4 schachten, maar het grootste probleem zal de verstaanbaarheid zijn, want in deze groep is er niemand die frans begrijpt.

Ik had al verteld over de Amerikaanse vrijwilligers in Gourcy. Zij zijn vertrokken, elk naar hun eigen dorp in de brousse om daar 2 jaar te werken. Ik ben, na veel twijfelen, dan toch ingegaan op de uitnodiging van de afsluiting van de stage en van de groep die zijn termijn beïndigd heeft.. Het ging door in de residentie van de Amerikaanse ambassadeur, bijna als op een eiland in Ouaga, streng bewaakt natuurlijk, maar vooral in een buitengewoon mooie omgeving ... en de receptie was mijn niveau waardig! Het zijn zeer sympathieke mensen en zulke contacten kunnen het werk in Gourcy alleen maar verder steunen, vooral om eventueel het project in Gourcy mee in hun projectenbestand te nemen na mijn vertrek.

Jammer genoeg kreeg ik te horen dat ze niet meer van plan zijn om met een nieuwe ploeg vrijwilligers naar Gourcy te komen voor de opleiding van 3 maanden, omdat er te weinig frans gesproken wordt maar vooral omdat het eten te slecht en te schaars is. Ze hebben te veel zieken gehad, waardoor er een aantal terug naar huis vertrokken zijn. Daar kon ik volledig inkomen, maar toch zou het heel jammer zijn want hun aanwezigheid had veel positieve effecten in zo’n dorp als Gourcy.

En om te eindigen, de uitslag van de rit op de dag waarop de koers in Gourcy vertrokken is: de winnaar van de rit was een Belg uit Turnhout! Ik had hem extra moed toegewenst omdat ik zag dat er problemen waren bij de start (ik vermoed buikloopproblemen), maar volgens de begeleider maakte hij wel kans om te winnen.

Dat was Belgisch nieuws vanuit Burkina!

Lieve groetjes vanop een heel warme zondagmorgen!

Lilie